Lucien Blyau is geboren in Brakel op 16 augustus 1925. Door sommigen gezien als Fransman, maar toch echt een trotse Belg. Als boerenzoon moet hij samen met zijn drie broers en zussen al jong aan het werk want thuis hebben ze het niet breed. Lucien is gek van wielrennen en verzamelt plaatjes en knipsels van zijn helden. Hij wil meedoen aan de koers maar vader Blyau is daar niet blij mee. Lucien leent een fiets en gaat stiekem meedoen aan wedstrijden. Dat gaat hem goed af want hij is atletisch gebouwd. Als hij met zijn eerste premies thuiskomt is het goed en mag hij officieel deelnemen. Er zijn grotere problemen in de wereld want Duitsland is Belgie binnengevallen en de Tweede Wereldoorlog is in volle gang. Lucien wordt opgeroepen om te werken in Duitsland maar hij duikt onder. Na de geallieerde invasie gaat hij de bevrijders tegemoet en glipt in Frankrijk door de linies. Daar sluit hij zich aan bij de Brigade Piron, het vrije Belgische leger en hij vecht mee in de bevrijding van Belgie en Nederland. Bij Wessem aan de Maas, november 1944 krijgt hij een eervolle vermelding als hij met zijn peloton een patrouille Duitse soldaten gevangen neemt. Later in april 1945 raakt hij bij Nijmegen gewond door een fosforgranaat en hij zal het einde van de oorlog meemaken in een veldhospitaal. Terug in Brakel gaat Lucien weer wielrennen. Hij wint regelmatig en in 1949 gaat hij koersen bij de onafhankelijken. In de trui van Van Hauwaert maakt hij later de overstap naar de beroepsrenners. Al in zijn eerste echte profjaar valt Lucien en raakt zwaar geblesseerd aan zijn knie. Geen Tour de France voor hem als renner maar dat maakt hij later ruimschoots goed. Lucien blijft enorm wielerfan. Vanaf 1975 zien we Lucien in alle grote etappekoersen. Tour, Giro, Vuelta de Dauphine, de ronde van Zwitserland, Lucien is er altijd bij. Zijn vrouw is inmiddels overleden en Lucien gaat met zijn eigengebouwde camper de koersen af. Als renner weet hij waar coureurs het moeilijk hebben. Hij staat altijd in de bergen op een plek verder in de etappe waar de renners het moeilijk hebben en daar deelt hij blikjes cola uit. Zelf gekocht en gekoeld. Dat wordt gewaardeerd door de coureurs en meerdere generaties kennen Lucien en omgekeerd. Lucien is een vaste gast in de grote rondes en hij gaat erbij horen. In de Vuelta gaat het een keer mis in de echte bevoorrading en Lucien deelt daarna in één etappe 60 bidonnen uit aan coureurs die de echte bevoorrading hebben gemist. De laatste jaren is hij steevast uitgedost in een Collstrop trui en de camper is te herkennen aan de Belgische vlag met de tekst "Crie que le Lion" want Lucien was een grote fan van Claude. 40 jaar lang is hij erbij. Altijd en zonder veel poespas want daar houdt hij niet van. Ergens op een moeilijk punt in de bergen, daar staat Lucien. Je krijgt wat te drinken en een bemoedigend woord. Energie voor het lijf en de geest. De Tour de France organisatie eert hem met een badge en hij krijgt een speciale vergunning waarmee Lucien met zijn camper mee mag in de Tourkaravaan, net als de ploegleiders en de volgwagens. Lucien zal erbij zijn tot editie 2015 en dan viert hij zijn 90e verjaardag. Daarna wordt Lucien ziek. In 2016 kan hij er daarom niet bij zijn en hij wordt gemist door iedereen in het peloton. Op zijn 91e verjaardag op 16 augustus overlijdt Lucien in het ziekenhuis in Gent. Het peloton rouwt en de toppers die op dat moment deelnemen aan de Olympische Spelen in Rio eren Lucien de Colaman met een speciale hommage.

Velo Retro



Misschien ook interessant: